AdDisclaimer
//

Het succes van het dressuurteam, toegelicht door Carmen De Bondt en Jeroen Devroe

Carmen De Bondt en Jeroen Devroe met chef d'equipe Jeroen Van Lent

Copyright: Hippo Foto - Dirk Caremans

- Carmen De Bondt en Jeroen Devroe met chef d'equipe Jeroen Van Lent

Het EK in Riesenbeck was een aangename verrassing, de Olympische Spelen van Parijs een overtuigende bevestiging. Op het EK vorig jaar en de OS dit jaar heeft de Belgische dressuur een nieuwe mijlpaal gezet. Het kneusje is een volwaardige speler geworden. De kleine Belgjes zijn grote spelers geworden in het dressuurlandschap. Een van de architecten zijn Carmen De Bondt en Jeroen Devroe. Hoe verklaren zij het succes?

Je kan het niet met één vinger toewijzen, zo leren we. Het succes is een aaneenschakeling van vele schakels. De mindset van de ruiters, de openheid van de trainers, de faciliteiten van de federatie. Het zijn slechts enkele ingrediënten. We overlopen ze met Carmen De Bondt en Jeroen Devroe, trainers van drie teamleden in Parijs. 

Hadden jullie naar aanloop van de Olympische Spelen verhitte discussies en kussengevechten in de slaapkamer over jullie leerlingen die concurrenten zijn? Jeroen traint Charlotte Defalque, Carmen coacht Domien Michiels en Flore De Winne?

Carmen: helemaal niet. Omdat we altijd een eerlijk en objectief oordeel hebben over onze leerlingen.

Jeroen: wij versterken elkaar als trainer. Carmen maakt constructieve opmerkingen over mijn leerlingen en omgekeerd. Dat appreciëren we van elkaar. Gelukkig maar. Enkel zo kan je beter worden.

Trainers pleiten toch voor hun leerling als het over selecties gaat?

Carmen: je traint om beter te worden. En hoe beter je wordt, hoe groter de kans dat je geselecteerd wordt. Dat is helemaal iets anders dan pleiten of lobbyen voor een selectie.

Een trainer is geen lobbyist.

Jeroen: In Parijs coachte Carmen Domien Michiels en Flore De Winne. Ik was daar met Charlotte en wij kunnen tegen elkaar zeggen wat we zien. Wat heel belangrijk is. Als trainer zie je soms na verloop van tijd niet alles meer. Na verloop van tijd bestaat het gevaar dat je bedrijfsblind wordt. Dan is het belangrijk dat iemand je wijst op bepaalde aandachtspunten.

Elke ruiter en of trainer wil zich toch promoten?

Carmen: het voordeel van dressuur is dat de procenten een objectieve parameter zijn. Als iemand constant 71% rijdt en iemand anders permanent 69%, is het toch duidelijk?

Begin dit jaar was het vrijwel duidelijk dat Larissa Pauluis en Flore De Winne naar Parijs gingen. Voor de derde plaats en reserveplaats ging het tussen Domien Michiels en Charlotte Defalque. En die waren aan elkaar gewaagd?

Carmen: ja en dat heeft zich duidelijk uitgewezen. De resultaten van Domien waren in de periode net voor de Spelen constanter. Bijgevolg werd hij de logische derde man.

Jeroen: en Charlotte heeft op de laatste observatiewedstrijden niet beter gereden en was vervolgens de logische reserve. Charlotte was naar aanleiding van de Spelen wisselvallig en Domien was constant. Begin dit jaar dachten we dat hij reserve zou zijn. Charlotte was beter. Tot in maart. De laatste maanden voor Parijs werden de rollen omgedraaid. De plaatsen drie en vier hebben zichzelf uitgewezen. Kwalitatief is de passage en piaffe van Botticelli beter dan die van Intermezzo, die dan weer een betere galop heeft. Daar wordt op getraind en het resultaat toon je in de ring. Daar bleek dat Domien en Intermezzo constanter 70%+ scoorden. Dat was een objectieve vaststelling.

In welke mate verschilt de spanning en beleving van Olympische Spelen met een EK of WK?

Jeroen: het grote verschil is dat er op Olympische Spelen veel meer restricties zijn.

Carmen: voor mij was het de eerste keer en veel verschil met andere kampioenschappen is er niet.  Het EK vorig jaar, waar we ons Olympisch ticket moesten afdwingen, was minstens even spannend.

Jeroen: Wat je wel voelt, is dat je sport op Olympische Spelen plots bekeken wordt door de hele wereld. Op een EK of WK word je enkel gevolgd door je eigen kleine wereld. Op Olympische Spelen is dat eventjes anders. Het is een platform waar je sport tentoongesteld wordt aan het universum.

Carmen: dat dringt pas achteraf door. Feit is ook dat we de Spelen niet intens hebben beleefd. Wij logeerden in een hotel nabij Versailles, ver weg van het Olympisch centrum/dorp. Wij hadden enkel contact met de wielrenners.

Jeroen: je outfit verenigt. Je bent herkenbaar en wordt daarop aangesproken door wildvreemden. Alsof je een vertegenwoordiger bent van je land. Je sport wordt één keer om de vier jaar door iedereen gevolgd. Een vijfde plaats op de Spelen betekent meer dan een medaille op een EK. Dat laatste kent enkel de inner circle, een vijfde plaats weet gans België.

Carmen: niet wij maar de buitenwereld reageert anders. Positiever en enthousiaster. Ik werd na de Spelen aangesproken door mensen die een pakket tickets hadden gekocht. Ze wisten niet wat ze kregen en er zaten tickets bij voor dressuur. Het was hun eerste kennismaking en waren daar heel enthousiast over. Dat doet de Olympische Spelen met mensen.

Sijpelt dat door in de hoofden van de ruiters?

Carmen: ook achteraf. Op het moment zaten zij met een grote focus in hun bubbel. Wat je kan afleiden uit hun resultaten. Onze laatste wedstrijd was Rotterdam en daar zette het team al zijn beste teamscore ooit neer. Vervolgens was er nog een laatste stage en voelde je aan alles dat de honger groot was. De ruiters waren er echt klaar voor. Dan volgden nog 10 dagen voor de aftrap en dat waren de moeilijkste. Iedereen stond te trappelen van ongeduld. En toch is niemand in overdrive gegaan, integendeel. Iedereen is rustig gebleven en blaakte van zelfvertrouwen.

Carmen De Bondt en Jeroen Devroe

Vanwaar komt die kentering? Decennia lang scoorden onze dressuurruiters op kampioenschappen 2% onder hun gemiddelde. Sinds het EK Riesenbeck en nu in Parijs zetten ze hun beste resultaat neer?

Carmen: we beschikken over 4 ruiters die beheerst en met een grote focus hun proef rijden en zich niet laten afleiden door stress of omgevingsfactoren. Daardoor kunnen ze op kampioenschappen tonen wat ze waard zijn. België heeft met andere woorden een stressvrij team. Of op z’n minst een team waarbij stress geen invloed heeft op hun proef.

Daarnaast hebben we dankzij de faciliteiten van Paardensport Vlaanderen heel veel gehad aan de teamtrainingen in Ternat. Sportstal Vanderhasselt is een zegen voor onze sport. We brachten het team met regelmaat samen en  iedereen toonde zich hoe hij of zij is. Er werd getolereerd dat er onderling constructieve kritiek werd gegeven. Door ruiters en trainers. Op die manier versterkte het team het individu. We nodigden ook met regelmaat internationaal jurylid Maarten van der Heijden uit om proefgericht te trainen.

Waarom werd daar niet vroeger aan gedacht?

Carmen: ik train al lang op die manier. Zeker met mijn jeugd. Het grote verschil is dat vroeger iedereen op zijn eiland bleef. Ruiters trainden liever alleen. Jeroen en ik versterken elkaar al jaren omdat we open staan voor bemerkingen en bij elkaar zaken zien wat we na verloop van tijd misschien zelf niet meer zien. Die lijn werd doorgetrokken naar alle betrokkenen. Die kruisbestuiving werkt versterkend. Het team heeft zich daar voor opengesteld en dat was vroeger niet aan de orde.  

Jeroen: de kwaliteit van de paarden is ook beter. Door de nieuwe benadering van de collectieve trainingen komt die kwaliteit tot zijn recht.

Carmen: wat je ook vaststelt, is dat de Belgische dressuurcombinaties steeds meer waardering en respect krijgen van de jury.

Krijgt de Belgische ‘natuurlijke’ benadering ook meer appreciatie?

Carmen: dat hoor je toch van buitenlandse jury’s. Nice riding klinkt het daar. Het beeld dat onze ruiters al jaren tonen, oogt vanzelfsprekend en natuurlijk en die visie wordt steeds meer naar voor geschoven.  

Jeroen: het geheim van het succes kan je niet met één vinger toewijzen. Er zijn heel veel ingrediënten die daar toe bijdragen. Ook de federatie is een pak ervaring rijker en anticipeert beter op de behoeften. Dat was ook een evolutief proces.

Kijk wat dat betreft naar Domien en Intermezzo. Zij reden samen hun eerste Grand Prix. Hoe ging dat vroeger? Domien was al blij met de klein tour. Ik heb hem gepusht om Grand Prix te rijden. Wat hij met mondjesmaat deed. Al leek dat geen must. Kijk waar hij nu staat! Ook een evolutief proces.

Omdat er te weinig geloof was in eigen kunnen?

Carmen: Als Domien nu pas Intermezzo zou hebben, reed hij 3 jaar vroeger Grand Prix.

Jeroen: Als ik vroeger nationaal reed, startten er drie, vier ruiters in de Grand Prix. Vandaag zijn er dat dertien, veertien. Omdat onze dressuurruiters te lang in de kleine tour bleven steken.

Koudwatervrees?

Jeroen: dat had veel te maken met een generatie trainers die hun leerlingen niet te snel te slim wilde maken. Als een leerling Grand Prix reed zoals zijn leraar en hoger scoorde, vreesde hij voor zijn job. De leerling mocht dus niet beter worden. Ik wil dat niet veralgemenen, al leefde dat bij veel coaches.

Carmen: dat is inderdaad een groot verschil met vroeger. Vandaag heeft niemand bang om vragen te stellen. Vroeger werden leerlingen afgeschermd door hun trainers. Nu zijn we open en transparant. Weet je wat mijn uitgangspunt is? Maak een ander niet slecht, maak dat je zelf beter wordt.

Carmen De Bondt met Flore De Winne

Wat opvalt op de tijdslijn: er was een periode met nationale bondscoaches. Er zijn er enkele de revue gepasseerd. Zonder succes?

Carmen: (droog) dat is een terechte vaststelling.

Jeroen: en toch leeft er bij sommigen nog het idee dat een buitenlandse coach per definitie beter is. Waar ik wel in geloof, is dat we onze collectieve trainingen kunnen versterken met een sporadische buitenlandse toptrainer die nog meer ziet en kleine details kan corrigeren. Hetgeen wat gebeurt tussen Carmen en mij en bij uitbreiding met alle trainers van de Belgische ruiters. Omdat je nu eenmaal van iedereen leert en toptrainers vaak nieuwe inzichten geven.

Carmen: Je leert elke dag, net zoals je jezelf permanent leert trainen. Elke dag krijg je nieuwe vraagstukken van je leerlingen en de oplossingen van vandaag neem je mee naar morgen. Zo word je elke dag beter en dat is het uitgangspunt. Domien Michiels is wat dat betreft het toonvoorbeeld bij uitstek. Je wilt niet weten hoeveel commentaar hij in het verleden achter zijn rug kreeg. ‘Hoe kan hij met dat paard blijven rijden’, was de toon. Kijk waar hij nu staat. Door training, doorzetting en volharding. Je kan enkel het grootste respect hebben voor zijn parcours.

En nu de toekomst. Jeroen, ga jij in 2028 naar Los Angeles als ruiter of als trainer?

Jeroen: als ruiter!? En misschien ook als trainer. Als deelnemer met Lestor, die nu 8 is, of met Jackpot, 10 jaar. We hebben nog 4 jaar.

Je nam al deel aan alle kampioenschappen, behalve de Olympische Spelen. Is dat een ambitie?

Jeroen:….

Carmen: zeg dan toch gewoon ja?

Jeroen: Ja, ik wil naar de Spelen. Alleen, als ik er aan denk, hou ik er vooral een wrange nasmaak aan over. Ik heb al enkele keren in de startblokken gestaan en evenveel keer ben ik finaal niet gegaan. Dan denk je dat de Spelen vervloekt zijn. Zijn de Olympische Spelen wel voor mij weggelegd? Dat schrikt me door mijn ervaring een beetje af.

Carmen: ik denk dat we potentieel hebben om in Los Angeles een mooi resultaat neer te zetten. Ik zie veel goede jonge paarden en we hebben de structuur en mindset. De fundering is gelegd om in de toekomst een vuist te maken. Het EK in Riesenbeck en de OS in Parijs was geen toeval. We hebben een nieuwe standaard die nu ook in het buitenland erkend wordt.

Bron: Kris Van Loo voor Jumping Mechelen

 

Events

Laatste nieuws

Laastse nieuws