AdDisclaimer
//

Lieven Devos: ‘Leon is geen klant, hij is een vriend’

Leon Brutsaert en Lieven Devos tijdens het EK

Copyright: Hippo Foto - Dirk Caremans

- Leon Brutsaert en Lieven Devos tijdens het EK

Voor een nieuwe reeks van De Zadelkamer van Paardensport Vlaanderen bracht reporter Kris Van Loo een bezoekje aan Young Rider Leon Brutsaert en zijn coach Lieven Devos.

Onze Young Riders zijn weer goed uit de startblokken geschoten. Ze wonnen de eerste landenwedstrijd van het jaar, die traditioneel in eigen land wordt gesprongen. T1 talent Leon Brutsaert (21) was de enige Belg die de twee manches foutloos aflegde. ‘Corleone sprong goed’, is de eerste reactie van Leon Brutsaert. Het zegt iets over de plaats van zijn paard. Wie ook altijd aan zijn zijde staat, is Lieven Devos. Hij is zijn compagnon de route, leermeester en vooral vriend. ‘Als Leon wint, voelt het alsof ik win. Ik had nooit gedacht dat ik daar zo veel geluk en voldoening van zou krijgen’, bekent Lieven. Waarom hij een goede coach is? ‘We gaan in dialoog en overleggen. Het is geen eenrichtingsverkeer. Mijn mening doet er toe’, vertelt Leon Brutsaert.

Hoe wordt je leerling je vriend?

Lieven: Mijn vriendschap met de familie Brutsaert gaat ver terug in de tijd, begon bij opa Brutsaert en wordt vandaag geconsolideerd door zijn kleinzoon. Ik reed 35 jaar geleden al paarden van de opa van Leon. En zijn vader, we zijn even oud, is al lang een zeer goede vriend. Sofie Brutsaert, de tante van Leon, is een voormalige internationale amazone met een aardig palmares. Ze won ooit de Queens Cup in Mechelen. Paarden zitten in de genen van de familie Brutsaert. Lieven, de vader van Leon, is vrij snel in de familiezaak gestapt, ten koste van de paardensport. De zaak van de familie Brutsaert ken je van vroeger, het heette toen Omnistor en heet nu Brustor, dat onder andere zonweringen produceert.

De samenwerking met de familie Brutsaert bestaat al drie decennia. Dan ben je altijd eerlijk, correct en rechtvaardig geweest met elkaar.

Leon kreeg de basis mee van Jordy Van Massenhove, die goed werk leverde. Al was hij voor een les telkens 2 uur onderweg. Leon is toen overgestapt naar Philippe Vandelanoitte, de beste trainer van België.

Leon: Ik herinner me mijn eerste les nog, ik kreeg een trap van een jong paard, brak mijn arm en mocht een tijdje niet paardrijden. Ik was 14 en ondertussen train ik al 7 jaar bij Vandelanoitte.

Het eerste wat jij zag toen je uit de kraamkliniek kwam, was een paard?

Leon: mijn ouders zeggen altijd dat ‘paard’ mijn eerst woord was dat ik sprak, na mama en papa natuurlijk. Elke woensdagmiddag ging we eten bij mijn grootouders en ik moest en zou naar de paarden gaan. Mijn vader nam mij op zijn arm want ik wilde die paarden aanraken. En natuurlijk kreeg ik een Shetlander van mijn opa en later een pony, Jommeke. Mijn eerste paard was ééntje die mijn grootvader fokte, de moeder van H&M Miro van Olivier Philippaerts. Met haar heb ik mijn eerste proeven gesprongen bij de scholieren.

Zijn de wedstrijden altijd vlot verlopen?

Leon: in het begin lag ik meer in het zand dan dat ik op mijn pony zat. In de paddock viel het allemaal nog mee, in de ring beet ik vaak in het zand voor de vijfde hindernis. Inladen en naar huis dus en de week nadien herhaalde dat scenario zich. Zo zagen mijn eerste wedstrijdjes er uit. Ik vond dat aanvankelijk zelfs niet erg. Omdat ik simpelweg zot was van mijn pony en dat was het belangrijkste. Tot ik een andere pony kreeg, een echt ‘brommerke’ en die won veel voor mij. De wedstrijden zijn pas serieus geworden tijdens mijn laatste jaar bij de junioren.

Lieven: ik herinner me onze eerste teamselectie, in Lamprechshausen. De paddock lag ver van de piste en Leon startte als laatste in het team. Een foutloze rit betekende de zege voor België. Dat hebben we niet gezegd tegen Leon en hij sprong foutloos. Zo zijn we vertrokken.

Leon: ik hield en hou van die positieve vibe van het team. Dat gemeenschappelijk doel en samenhorigheidsgevoel maakt je sterker. Tijdens een CSIO vind ik een landenprijs belangrijker dan een Grote Prijs. Er is ook een andere druk. In een GP is het leuk als je foutloos springt. In een landenprijs wordt er verwacht dat je foutloos springt. Daarvoor werd je geselecteerd en dat is een heel andere mindset.

Was dat voor u een leerproces?

Lieven: één van de grote talenten van Leon is dat hij goed omgaat met druk. Het is geen toeval dat hij steeds als laatste start in het team.

Op het EK won je de voorbije 3 jaar 3 medailles in 3 kleuren. Je bent nu laatste jaar Young Rider. Je kan niet anders dan eindigen met een medaille?

Lieven: dat vind ik ook (glimlacht). Alle gekheid op een stokje, we gaan er eerst alles aan doen opdat Leon een EK selectie verdient. Je mag niet vergeten dat we in een sterk paardenland leven.

Je bent al 3 jaar een vaste waarde bij de Young Riders?

Leon: al biedt dat geen garantie. We beginnen in mijn derde en laatste jaar terug vanaf nul.

Is het moeilijk om je ambitie uit te spreken?

Leon: ja, omdat je afhangt van een belangrijke onbekende factor en dat is je paard. Hoe is zijn fitheid en gezondheid op het moment van de waarheid? Dat geldt in de aanloop van het EK als tijdens het EK.

Lieven: enerzijds is er nooit een reden om te zweven. Anderzijds moeten we ook durven toegeven dat Leon niet kansloos is voor een EK selectie. Hij is goed begonnen in de Belgische landenprijs en behoudens pech en tegenslag komt hij zeker in aanmerking voor het EK. We mogen dat durven benoemen.

Je bent nog nooit Belgisch kampioen geworden. Het is je laatste kans?

Lieven: ja, Leon, wordt het geen tijd (lacht)?

Leon: tijd? Ik kan ook Belgisch kampioen worden bij de seniors, ooit (lacht). Je doet altijd je best en vorig jaar resulteerde dat in een vierde plaats.

Waarom is Lieven Devos een goede coach voor u?

Leon: je kan er mee praten. Waarmee ik bedoel dat zijn coaching geen eenrichtingsverkeer is. We gaan in dialoog en overleggen. Mijn mening doet er toe. En hij blijft altijd rustig.

Lieven: ik heb het altijd belangrijk gevonden om naar zijn mening en idee te luisteren. Ik ben geen Amerikaanse trainer die zijn leerlingen van de eerste tot de laatste hindernis programmeert en stipuleert waar ze hoeveel galoppassen moeten maken. Een ruiter is geen robot, ruiters moeten leren nadenken in een parcours. Anders kunnen ze niet anticiperen. Ik luister naar wat Leon denkt en zegt, daar leg ik mijn mening naast en dan volgt een kort overleg. Zijn mening doet er effectief toe.

Leon: voor het basiswerk doe ik nog steeds beroep op Philippe Vandelanoitte. Lieven coacht mij voor en tijdens de wedstrijden.

Lieven: onze samenwerking is uniek omdat we elkaar al heel lang kennen. En dat geldt ook voor zijn paarden. Met Corleone werkt hij al 7 jaar. Ik ken paard en ruiter door en door, ik zit in hun hoofd. Als aan de piste de bel rinkelt, hebben we met ons drieën een plan uitgewerkt waarvan we overtuigd zijn dat het werkt.

Waarom is Leon een talent/goede ruiter?

Lieven: ik kan Leon in drie woorden omschrijven: hij is een gedisciplineerde harde werker. En ik kan het weten, want ik heb in mijn leven al aan veel ruiters lesgegeven. Ik ken niemand die er zo veel voor doet als Leon. En dat combineert hij met onberispelijke discipline. Leon is nog nooit een halve minuut te laat geweest. Niks is hem te veel. Sterker nog, ik moet hem er soms op wijzen dat hij ook een mens is. Hij moet nog leren loslaten. De boog kan nooit altijd gespannen staan.

Lieven, wat betekent Leon voor u?

Lieven: Ik ben nu mijn laatste paarden aan het rijden en vind het nog steeds leuk. Ik ben blij met het alternatief. Ruiters zoals Leon zijn dankbare leerlingen. Als hij wint, voelt het alsof ik win. Ik had nooit gedacht dat ik daar zo veel geluk en voldoening van zou krijgen. In die zin versterken we elkaar.

Ben jij bezeten?

Leon: vroeger bestond mijn leven uit school en paarden en was er niks anders. Nu kan ik al eens iets gaan drinken of eten met vrienden. Vroeger zou alles wat niks met paarden te maken had, schadelijk kunnen zijn.

Lieven: het is niet evident om daar een evenwicht in te vinden. Je bent junior en wint goud op het EK. Mag je dan even dromen, ja? Dan ben je 18 en denk je logischerwijze aan een sportieve carrière. Gelukkig heeft Leon verstandige ouders die eisten dat hij na zijn secundair verder zou studeren. Wat deed Leon om te bewijzen dat hij liever paardreed? Hij zette zijn wekker om 05.00h om eerste zijn paarden te rijden. Moet ik verder studeren? Ok, maar niet ten koste van de paarden. Zo zit Leon in elkaar. Hij was zich aan het doodrijden.

Leon: ik loop nog drie dagen per week school. Ik studeer in Kortrijk Bedrijfsmanagement en Entrepreneurship. Dankzij mijn topsportstatuut heb ik een aangepast lessenrooster. Allemaal in functie van de paarden. Als klein manneke wilde ik al profruiter worden en niks anders. En dat is vandaag niet anders.

In welke mate hebben de paarden je gemaakt tot wie je nu bent?

Leon: volledig. Elke pony en elk paard heeft me wel iets geleerd. Van mijn eerste pony waarmee ik niet verder dan de vijfde hindernis kwam, heb ik geleerd om niet op te geven. Een jong paard leert je geduld te hebben.

Wat heb je geleerd van de tools die het Talentenplan aanreikt?

Zoals je van elk paard iets opsteekt, leer je ook van elke tool dat Paardensport Vlaanderen aanbiedt. En daar ga ik graag en gretig op in. Het gegeven dat we T1 zijn in het Talentenplan, toont aan dat we al kunnen paardrijden. Dat hoeft Paardensport Vlaanderen ons niet te leren. Waar het wel een wezenlijk verschil maakt, zijn alle andere aspecten die even belangrijk zijn in onze ontwikkeling. Zo was er onlangs een mediatraining. Als ruiter sta je daar in eerste instantie niet bij stil. Toch maakt het deel uit van een groter pakket in je ontwikkeling. Ik ga bijvoorbeeld ook dankzij het Talentenplan één keer per week fysiek trainen bij Lauren Vanlerberghe.

Bron: Paardensport Vlaanderen

Events

Laatste nieuws

Laatste nieuws