Kris Van Loo ging voor de Zadelkamer van Paardensport Vlaanderen op bezoek bij Evelyne Putters uit het T1 Topteam van het Talentenplan.
Dat Evelyne Putters een talent is, kan je afleiden uit haar palmares. Ze nam deel aan 4 EK’s en dat resulteerde in 3 bronzen en 2 gouden medailles. Actueel combineert Evelyne haar sport met studies en dat laatste noemt ze haar plan B. Want ze wil het maken in de sport. Of op z’n minst weten hoe ver ze geraakt in de sport.
Hoe lang zit je nog op de schoolbanken?
Na dit jaar nog twee jaar. Dat komt omdat ik mijn studies spreid in functie van de paarden.
Wat gaat er na je studies op je naamkaartje staan? Interieurvormgever of amazone?
Ik heb mijn studierichting gekozen in functie van de paarden. Na de studies is het de bedoeling om de sport een kans te geven. Ik heb de paarden leren kennen via mijn zus, die nu haar sport aan het afbouwen is omdat ze advocaat wil worden. We hebben de rollen omgedraaid.
Je mocht in de Nekkerhal proeven van de CSI 5* competitie. Wil je daar ooit de wereldbeker springen?
Die sportieve ambitie is er zeker. Ooit. De jeugd GP winnen in Mechelen was ook een doel en dat is al gelukt. Het jaar daarvoor werden we derde, winnen is toch net iets anders. En al zeker in de ambiance van Mechelen. Nooit eerder sprong ik voor zo’n volle tribunes en dat geeft adrenaline.
Ben jij ooit in Mechelen begonnen met de mini Steeple Chase?
Daar was ik te oud voor. Ik ben pas beginnen rijden op m’n 13e. Mijn mama heeft ooit recreatief gereden. De paarden zijn terug in haar en ons leven gekomen door mijn zus Claire, die 4 jaar ouder is. Zij begon paard te rijden op haar 12e. Mijn mama vergezelde mijn zus naar de paarden en nam mij mee. Mijn mama pushte me om mee te gaan en zette me ook op een paard. Niet met mijn volle goesting, ik was aanvankelijk bang van paarden. Nu ben ik blij met dat duwtje in mijn rug, want ik kan de paarden niet meer missen. Het is best een grappige situatie in onze familie. De meisjes kozen resoluut voor de paarden, de mannen voor hockey. Mijn 3 broers spelen hockey en hebben helemaal niks met paarden. Ik heb ook hockey gespeeld, tot het begin van mijn middelbaar. Ik had een pony waar ik me goed bij voelde en de klik was gemaakt. Via via zijn we bij Lander De Bruyn terechtgekomen en hij heeft mijn zus en mij gemaakt tot wie we zijn op het paard. Lander zoekt paarden, geeft les en begeleidt ons op wedstrijden.
Veel jeugdruiters haken af na hun laatste jaar Young Rider?
Omdat het nu eenmaal niet eenvoudig is om er je beroep van te maken en er je boterham mee te verdienen. Maar ik wil het een kans geven. Na mijn secundair wist ik dat ik profamazone wilde worden. Thuis verwachtten ze ergens wel dat ik nog een diploma behaalde en het is mijn plan B. Als het niet lukt in de paarden, kan ik nog terugvallen op mijn opleiding. Of de beide combineren?
Aan wie neem je een voorbeeld? Aan Lander De Bruyn of aan Niels Bruynseels?
Ik wil weten hoe ver ik geraak in de sport. Mama en Lander staan daar achter en willen me die kans geven. Topsport is mijn doel, al weet ik niet of dat haalbaar is. Als het niet lukt, vind ik wat Lander doet een volwaardig alternatief: jonge paarden opleiden en verkopen. Daar zou ik evenveel voldoening uithalen. Sport blijft mijn eerste objectief. Maar ik ben daar heel realistisch in. Het gaat niet enkel over de sport, het gaat ook over de rendabiliteit van je stal. Als ik over enkele jaren senior ben en beroepsmatig paardrijd, moet er ook brood op de plank komen. Er hebben er mij al veel op gewezen dat dat niet evident is. De laatste jaren word ik met regelmaat geconfronteerd met de kostenstructuur en dat is een reality check.
Welk paard heeft je beter gemaakt?
Ongetwijfeld Nabeau van het Migroveld Z (Nabab de Reve). Omdat hij niet de gemakkelijkste was en het een boeiende zoektocht was om elkaar te vinden. In 2022 wonnen we goud en brons op het EK en dat gaf veel voldoening. Daarvoor had ik Angel van ’t Hof (Chin Chin) waarmee ik Belgisch kampioen werd bij de scholieren en brons won op het EK.
Het zijn twee paarden waar ik initieel niet bij betrokken was. Mama kocht Nabeau als vierjarige, ik was toen 11 jaar ongeveer. Nabeau was een handelspaard. Lander leidde hem op tot zijn 7 jaar en vervolgens is hij naar Niels Bruynseels gegaan. Als junior heb ik Nabeau overgenomen. Zo ging dat vroeger, nu ben ik betrokken bij de aankoop van paarden. Nabeau was geen cadeau. De sprong was fantastisch, tussen de sprongen kreeg ik het moeilijk geregeld. Als me dat zou lukken, zou het goed komen.
Wat heb je daar uit geleerd?
Nabeau maakte me onzeker, maar ik ben blijven zoeken en vandaag ben ik blij dat hij in mijn leven gekomen is. We wonnen op het EK goud met het team en individueel brons. En dat had ook goud kunnen zijn. Eén voetje in het water besliste er anders over. Ik ben blij, al blijft het ook een gemiste kans. Als ik terugblik, heeft Nabeau me geleerd dat geduld loont. Als het vroeger niet lukte met een paard, kon ik me daar in vastrijden. Dan kreeg ik het gevoel dat alles ineens slecht was en niks meer werkte. Nabeau heeft me leren loslaten. Soms wilde ik te veel of alles veranderen en dat werkt contraproductief. Je moet dat onderscheid maken. Behouden wat goed werkt en daar op verder bouwen. Dat is geen evident proces. Soms twijfel je. Komt het wel goed? Gelukkig kan ik dan altijd terugvallen op Lander. Ik zou uit eigen beweging nooit uit een slechte vibe geraken. Dan is Lander mijn hulplijn (glimlacht).
Het mooiste aan paardrijden is de band die je opbouwt. Eye of the Tiger is een speciale merrie. We kennen elkaar al 4 jaar en voor haar is het belangrijk dat ze je kent en vertrouwt. Ze wantrouwt initieel alles wat onbekend is, zowel mensen als paarden. Als ze je kent en u in haar hart sluit, geeft ze zich helemaal. Dat is het mooie, het gevoel dat ze het doet voor u.
Wat is voor jou de meerwaarde van het Talentenplan?
Er is significant veel toegevoegde waarde aan het Talentenplan. Om te beginnen krijg ik dankzij het Talentenplan les van Marc Van Dijck en volgde ik een stage bij Philippe Le Jeune. Zij verrijken je horizon. Daarnaast komen we in contact met zaken waar we anders niet bij zouden stilstaan. Ik denk aan voeding voor paard en ruiter. De fysieke paraatheid en training van de ruiter is ook iets waar ik mee in contact kwam. Ik zie er de meerwaarde van in, al moet ik toegeven dat ik daar te weinig aandacht aan besteed. Ik doe het wel hoor, maar niet consequent. Dat is een aandachtspunt, want ik snap het belang ervan. De workshops van de mental coaching vind ik steevast boeiend en interessant. Het geeft je inzichten over hoe je kan omgaan met ervaringen zoals winst en verlies, succes en tegenslag. Toen ik jong was, was ik minder bezig met resultaat en prestaties. Het is pas de voorbije jaren dat ik alles goed en grondig wil doen.
Dan is het belangrijk om te leren omgaan met de aspecten van competitie. Om een voorbeeld te geven: vroeger keek ik tientallen keren naar mijn parcours. Dat doe ik niet meer, want dan blijf je erin hangen en zie je enkel wat slecht is. Terwijl je er niks kan aan veranderen. Ik wil weten wat en waarom er een balk valt en dan trek ik daar mijn conclusie uit. Zonder herhaaldelijk terug te kijken naar die fout.