AdDisclaimer
//

Het hoofdbreken rond de kwalificatie-eisen blijft voortduren (2/2)

Begin april in Lausanne werden tal van voorstellen tot wijziging van het eventingreglement besproken.

Copyright: Hippo Foto

- Begin april in Lausanne werden tal van voorstellen tot wijziging van het eventingreglement besproken.

De stakeholders van de eventingwereld werken dit jaar aan een volledige herziening van het internationale reglement van de discipline. De voorgestelde wijzigingen moeten worden goedgekeurd tijdens de volgende Algemene Vergadering van de Internationale Paardensportfederatie (FEI) in november, in Hongkong. Tijdens het FEI Sports Forum in Lausanne, begin april, kwamen tal van voorstellen aan bod, zoals de invoering van een nieuw internationaal U25-kampioenschap, de herziening van bepaalde strafpunten op de crosscountry, en zelfs het invoeren van een toezichtsysteem voor juryleden tijdens de dressuurproef. Hoewel de gedachtewisselingen zeer open waren, leken ze nog weinig concreet. Het omzetten van ideeën naar daadwerkelijk beleid vereist nog flink wat werk.

Lees hier het eerste deel van dit artikel.

Kwalificatie-eisen (MER’s): nog geen consensus

De discussie over een mogelijke aanpassing van de voorwaarden voor het behalen van de Minimum Eligibility Requirements (MER’s) is eveneens nog niet ver gevorderd, terwijl de nieuwe regelgeving binnen zes maanden moet worden aangenomen. Deze MER’s zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat combinaties pas op een hoger niveau starten als zij voldoende ervaring en prestaties hebben opgebouwd op een lager niveau — met als doel het beperken van de risico’s die eigen zijn aan de cross.

De technische commissie en het eventingdepartement van de FEI hebben tal van statistische simulaties uitgevoerd om te onderzoeken of bijvoorbeeld een hogere vereiste dressuurscore of een strengere tijdslimiet op de cross werkelijk invloed zouden hebben op het risicobeheer. Over dat laatste nuanceerde Neil Mackenzie-Hall: “Als een ruiter voelt dat zijn paard moe wordt of dat de bodem niet goed is, moet hij vooral het tempo aanpassen — niet koste wat het kost blijven doorduwen om zijn MER te behalen.”

Wat betreft het voorstel om de vereiste gemiddelde dressuurscore op te trekken van 55% naar 65%, vond een Britse afgevaardigde dit een bijzaak: “Als het over risicobeheersing gaat, dan moet de cross het uitgangspunt blijven van de discussie.”

Terugkeer naar lagere niveaus?

Volgens het huidige reglement mag een paard dat een MER heeft behaald in een CCI 5*-L of op een groot kampioenschap, niet opnieuw deelnemen aan 1*- of 2*-wedstrijden — zelfs niet als het een nieuwe ruiter krijgt. Er wordt nagedacht over een versoepeling van deze regel, maar volledige afschaffing ervan zou “de eerlijkheid op lagere niveaus in gevaar kunnen brengen, want niet iedereen beschikt over zo’n ervaren paard”, aldus parcoursbouwer Pierre Le Goupil.

Toch lijkt voor velen een aanpassing logisch. “Bij ons rijdt een jonge amazone nu een paard dat een MER behaalde op de Olympische Spelen,” zei een afgevaardigde van de Nederlandse bond. “Ze kon hem niet starten in een CCI 2*, maar moest meteen beginnen op 3*-niveau. Dat vinden wij niet eerlijk — noch voor het welzijn van het paard, noch voor de opleiding van de ruiter.”

“Ook zie ik geen probleem als een ervaren ruiter één van zijn tophengsten wil terugbrengen naar een lager niveau, zeker aangezien er niet overal nationale wedstrijden zijn om dat te doen,” vulde Philine Ganders-Meyer aan. In Duitsland zijn er immers relatief weinig nationale wedstrijden op een degelijk niveau.

Jurytoezicht op afstand: een oplossing?

In eventing — zelfs op het hoogste niveau — bestaat een jury doorgaans uit slechts drie leden, terwijl er in pure dressuur zeven juryleden zijn op EK’s, WK’s en de Spelen. Regelmatig ontstaan er discussies over uiteenlopende scores, bijvoorbeeld wanneer het ene jurylid een foutief wissel ziet en het andere niet.

Anne-Mette Binder, internationaal level 4-jurylid in eventing en bondscoach van het Deens dressuurteam, stelde daarom voor om een Jury Supervisory Panel (JSP) in te voeren voor CCI 5*-L en kampioenschappen. Dit panel zou bestaan uit level 4-eventingjuryleden of zelfs uit level 3/4-juryleden uit de dressuur.

Zij zouden zich specifiek richten op onderdelen als het halthouden, achterwaarts gaan en galopwissels — technische onderdelen waar veelgemaakte fouten vaak onopgemerkt blijven.

Een belangrijk voordeel: dit panel zou op afstand kunnen opereren, zonder extra kosten voor de organisatie! “In 2024 hebben Sandy Philipps en Nick Burton het systeem getest vanuit hun eigen huis, en als ze officieel waren ingezet, hadden de resultaten van die wedstrijden eerlijker kunnen zijn,” aldus Binder.

“Ik steun dit voorstel volledig,” voegde Dicky Waygood toe, voormalig chef d’équipe van het Britse dressuurteam. Quentin Simonet, vicevoorzitter van de Europese Paardensportfederatie (EEF), waarschuwde wel: “Als we beroep doen op pure dressuurjuryleden, moeten we er zeker van zijn dat zij de context en het karakter van eventing volledig begrijpen.”

Tijd voor nieuwe keuringregels?

Tot slot leidde het onderwerp van de veterinaire keuringen — en met name de mogelijkheid tot herkeuring — tot verhitte discussies. Momenteel geldt in eventing dat een paard dat wordt afgekeurd bij de eerste keuring, geen tweede kans krijgt de volgende dag, in tegenstelling tot wat gebruikelijk is in springen en dressuur.

“Toen ik ontdekte hoe het in dressuur werkt, vond ik het eerst vreemd, maar bij nader inzien zie ik veel goede redenen om paarden een tweede kans te geven,” stelde Binder. Ze kreeg bijval van voormalig springamazone Jessica Kürten, tegenwoordig atletenvertegenwoordiger en bestuurslid bij de FEI.

“Paarden reizen soms lang. Als de groom weinig tijd heeft om ze los te maken na aankomst, kunnen ze stijf zijn tijdens de keuring,” verduidelijkte de Ierse.

Birgit Rosenberg, van het CHIO Aken, pleitte voor gelijke regels in alle disciplines: óf herkeuringen overal toestaan, óf nergens. Volgens Fred Barrelet, lid van de dierenartsencommissie van de EEF, werkt de huidige procedure in eventing uitstekend: “Ze is duidelijk voor zowel ruiters als publiek. Een herkeuring zou daar niets positiefs aan bijdragen.”

Wel pleit hij voor een strengere eerste keuring, die nu optioneel is in CCI’s met een korte cross. Daar worden de paarden wel gecontroleerd bij aankomst, maar hun beweging wordt niet per se geëvalueerd. “Soms draven ruiters ons gewoon voorbij en rijden dan direct naar hun vrachtwagen of stal,” betreurde hij.

Tot slot

Deze discussieronde bracht waardevolle inzichten en legitieme vragen naar voren. Maar het is duidelijk dat de stakeholders in de eventingwereld nog veel werk voor de boeg hebben om deze ideeën om te zetten in coherente, werkbare regelgeving.

Events

Laatste nieuws

Laatste nieuws