Een van de belangrijkste voorstellen van de International Jumping Riders Club (IJRC) bij de herziening van het internationale springreglement betrof artikel 241.3.30, dat automatisch voorzag in eliminatie bij kleine bloedingen bij het paard.
De IJRC wees erop dat zulke eliminaties vaak onterecht als welzijnsproblemen worden gezien en zo het imago van de sport schaden. Daarom pleitte de club voor een nieuw systeem van geregistreerde waarschuwingen in geval van lichte bloedingen.
De FEI is op dit verzoek ingegaan, dat al langer leefde maar extra gewicht kreeg na de eliminatie van Pedro Veniss en Nimrod de Muze*Império Egípcio tijdens de Olympische teamkwalificatie in Parijs 2024. Vanaf 2026 zal artikel 259 een nieuw kader bieden:
. 259.1: Indien officials oordelen dat een bloeding minimaal is en een natuurlijke oorzaak heeft (bijvoorbeeld een lichte beet in de tong of lip, of een insectensteek), mag het bloed worden weggeveegd en kan het duo doorgaan. Indien de bloeding aanhoudt of twijfels bestaan over het welzijn van het paard, kan alsnog tot eliminatie worden overgegaan. In deze gevallen volgt geen geregistreerde waarschuwing.
. 259.2: Bij lichte bloedsporen wordt voortaan gewerkt met geregistreerde waarschuwingen:
- Eerste overtreding: geregistreerde waarschuwing
- Tweede overtreding: geregistreerde waarschuwing
Ontvangt dezelfde ruiter twee of meer waarschuwingen binnen twaalf maanden, dan volgt een boete van 1.000 CHF én een automatische schorsing van één maand, ingaand de dag na afloop van het evenement.
. 259.3: Elke bloeding die niet als gering wordt beschouwd, leidt tot eliminatie of diskwalificatie en kan bovendien een afzonderlijke tuchtprocedure wegens dierenmishandeling tot gevolg hebben.
De IJRC benadrukt dat bij twijfel een dierenarts de ernst van de bloeding zou moeten beoordelen, om zowel eerlijkheid als paardenwelzijn te garanderen. Toch verwelkomt Eleonora Ottaviani, directrice van de IJRC, deze ontwikkeling: “Het is positief dat herhaalde waarschuwingen kunnen leiden tot een schorsing, omdat zo beter onderscheid wordt gemaakt tussen eenmalige ongevallen en herhaalde nalatigheid. Artikel 259 biedt een meer evenwichtige en proportionele oplossing voor een zeer gevoelig vraagstuk.”
Ook rond artikel 241.1, dat de jury de mogelijkheid geeft om combinaties tijdens een parcours te elimineren wanneer dit als gevaarlijk wordt beoordeeld, had de IJRC gehoopt op een versoepeling. De club stelde voor dat ruiters hun parcours mochten afmaken, waarna de beelden nader zouden worden beoordeeld. De FEI wees dit af, omdat de regel een antwoord biedt op de groeiende aandacht van het publiek voor paardenwelzijn en de verantwoordelijkheid bij de juryvoorzitter moet blijven.
Wel komt er een kleine tegemoetkoming via artikel 241.5.3.2: bij twijfel over het correct passeren van een hindernis zonder traditionele steunpunten (zoals een muur), zal de beslissing pas na afloop van het parcours worden genomen.