Volgens berichtgeving van onze collega’s van The Chronicle of the Horse heeft een rechtbank in Florida onlangs uitspraak gedaan tegen de Canadese ruiter Éric Lamaze. De rechtbank bepaalde dat hij meer dan 5,5 miljoen Amerikaanse dollar (4,69 miljoen euro) moet betalen aan de familie Rein. Dit bedrag omvat valse verklaringen over de kosten en eigendom van verschillende paarden die hij aan de familie had verkocht, alsook proceskosten, advocatenhonoraria en rente. Het vonnis in het voordeel van de familie Rein, die de Canadese kampioen jarenlang heeft gesteund en vandaag nauw betrokken is bij het sportieve succes van Nina Mallevaey, komt vier maanden nadat Lamaze in een verwante zaak nog een juridische overwinning behaalde. Toen vernietigde een hof van beroep in de staat een veroordeling van 1,4 miljoen dollar tegen hem en verwees de zaak naar het hoogste hof van beroep van Florida.
Het vonnis in het voordeel van de familie Rein vloeit voort uit een tegenvordering die zij in oktober 2023 tegen Éric Lamaze indienden, nadat zij betrokken waren geraakt in een rechtszaak aangespannen door Lorna Guthrie en haar inmiddels overleden echtgenoot Jeffrey Brandmaier. Het echtpaar beschuldigde de Canadese ruiter ervan hun aandeel in Nikka van den Bisschop zonder hun toestemming aan de familie Rein te hebben verkocht. Dit paard vertegenwoordigde later, onder eigendom van de Rein-familie, Canada op de Pan-Amerikaanse Spelen van 2023 in Santiago de Chili en op de Olympische Spelen van Parijs 2024. Volgens de aanklacht had Lamaze hen slechts een fractie van de verkoopprijs terugbetaald. In hun tegenvordering beschuldigde de familie Rein de olympisch kampioen van 2008 er bovendien van de prijs van meerdere paarden die hij voor hen kocht kunstmatig te hebben opgedreven en de participatie van Guthrie en Brandmaier in Nikka op misleidende wijze te hebben voorgesteld, naast andere klachten.
In haar eindvonnis van 5 september bepaalde rechter Maxine Cheeseman dat Éric Lamaze 3.043.010 dollar aan te veel ontvangen bedragen voor vijf paarden aan de familie moet terugbetalen, 1.175.000 dollar voor “valse verklaringen en wettelijke overtredingen met betrekking tot de deelname van de partijen Guthrie in Nikka”, en 310.000 dollar voor juridische kosten in verband met de zaak Guthrie. In totaal gaat het om meer dan 4,5 miljoen dollar aan schadevergoeding, vermeerderd met 900.000 dollar aan rente vóór het vonnis en 88.000 dollar aan extra advocatenhonoraria, wat neerkomt op een totaalbedrag van 5.525.630,26 dollar.
Hoewel het vonnis onmiddellijke betaling voorschreef, stuurde Éric Lamaze meerdere brieven aan de rechtbank om toegang te krijgen tot zijn bankrekeningen, die in het kader van de zaak Guthrie waren bevroren en die nog in beroep moet worden behandeld. In zijn brieven verklaarde de voormalige ruiter van Hickstead dat zijn middelen “intussen uitgeput” waren, hoewel er in het begin van de zaak, die sinds januari 2023 loopt, mensen waren die zijn juridische verdediging mee financierden. Hij omschreef zijn financiële situatie als “desastreus” en gaf aan dat hij er niet in geslaagd was een advocatenkantoor te vinden dat hem pro bono wilde vertegenwoordigen vanwege de complexiteit van de zaak. Alle kantoren die hij benaderde, eisten volgens hem een voorschot van 30.000 dollar of meer, dat hij niet kon betalen.